Microsoft-partner OpenAI lanceerde in november 2022 ChatGPT. Twee maanden later counterde Google met een chatbot die luistert naar de naam Bard en in dezelfde week kwam Microsoft met Bing op de proppen. Het begin van een pittige concurrentiestrijd. Waar ChatGPT gebruikt wordt voor tekst, zijn DALL-E en Stable Diffusion – ook ontwikkeld door OpenAI – kunstmatige intelligentieprogramma’s die beelden creëren op basis van tekstuele beschrijvingen. Ook Midjourney genereert afbeeldingen uit natuurlijke taalbeschrijvingen, ook wel ‘prompts’ genoemd. Maar zelfs daarmee houdt het niet op. Met eindeloze mogelijkheden en een impact die niet te overschatten is, schieten allerlei AI-tools ook in de wondere wereld van design en architectuur als paddenstoelen uit de grond. En dan rijzen twee belangrijke vragen: hoe zal AI de designwereld mee definiëren in 2023? En brengt het vooral opportuniteiten of ook gevaren met zich mee?
Intussen is vrijwel iedereen het erover eens dat de komst van artificiële intelligentie onze wereld zoals we die nu kennen op zijn kop zal zetten. Eind maart nog waarschuwden AI-experts en techgiganten als Elon Musk, Apple-medeoprichter Steve Wozniak en zelfs schrijver Yuval Noah Harari in een open brief voor de gevaren van AI. Sterker nog, meer dan honderd ondertekenaars riepen in de brief op om het onderzoek naar geavanceerde AI tijdelijk on hold te zetten. Intussen raakte bekend dat nota bene Elon Musk – die ook de open brief signeerde – met X.AI zélf een AI-bedrijf heeft opgericht waarmee hij de concurrentie wil aangaan met OpenAI en techreuzen Google en Microsoft. De vraag is dus niet of artificiële intelligentie ook een rol zal spelen in de wereld van design en architectuur, maar wel wanneer. En die vraag is achterhaald, want het kantelmoment hebben we ondertussen achter de rug. We zijn in een ongeziene stroomversnelling beland, en die zal tijdens de tweede helft van 2023 alleen maar in kracht toenemen.
Nu al stellen ontwerpers en architecten vast dat AI een tijdbesparende én inspirerende bondgenoot kan zijn. Van repetitief werk en ruime data-analyses tot 3D-modellen en complexe berekeningen: de potentiële tijdswinst die een ontwerper kan boeken door AI te omarmen, is gigantisch. Denk aan een AI-gestuurde stadsplanning die verkeersstromen en energieverbruik in kaart brengt en openbare diensten kan optimaliseren met behulp van diepgaande data-analyse en machine learning. Of op het gebied van design en interieurontwerp: AI-gestuurd meubilair dat van vorm, kleur en functie verandert naargelang de voorkeur van de consument.
Wie een eigen ruimte wil ontwerpen, kan dankzij AI-gestuurd meubilair dus rekenen op meer gemak, comfort en waarschijnlijk zelfs meer creativiteit. Het meubilair past zich voortaan aan volgens de voorkeuren en behoeften van de gebruiker of consument. Zo bestaan er 3D-geprinte houten stoelen die gepersonaliseerd worden met behulp van een onlineplatform dat artificiële intelligentie gebruikt om verschillende vormen en stijlen te genereren. Ook de IKEA Kreativ-app is een van de vele applicaties die met behulp van artificiële intelligentie kamerontwerpen en meubels van consumenten kan vervangen door IKEA-producten. Nog een stap verder: een digitale catalogus die augmented reality, virtual reality, 3D-modellering en AI gebruikt om verschillende meubels en functies in realistische omgevingen te laten zien. Creativiteit is troef, ook zonder dat er een designer aan te pas komt. Toch laat de ontwerper zich door AI niet wegdrukken. Integendeel, sommige designers maken dankbaar gebruik van de nieuwe technologische mogelijkheden en schakelen de hulp van artificiële intelligentie in om grenzen te verleggen.
Nieuwe taal, nieuwe mogelijkheden
Philippe Starck behoort tot een van de AI-pioniers omdat hij zich al heel snel liet verleiden door de naar eigen zeggen eindeloze mogelijkheden van kunstmatige intelligentie op het vlak van ontwerp. Mét resultaat overigens. Na uitgebreid experimenteren ontwikkelde hij in opdracht van Kartell een AI-stoel die in 2019 werd voorgesteld tijdens de Salone del Mobile in Milaan. Naar Starcks filosofie vloeide het ontwerp voort uit de kruisbestuiving tussen kunstmatige intelligentie en menselijke intelligentie. Of zoals Philippe Starck het bondig samenvat: ‘Natuurlijke Intelligentie’.
Volgens Starck heeft kunstmatige intelligentie geen cultuur, herinneringen of invloeden. In de ontwerpfase leerde de software wel om een stoel te creëren die rekening hield met de esthetische voorkeuren van zowel Kartell als Starck. Om de stoel te kunnen produceren door spuitgieten doorliep de software een leerproces. Zo kon AI bij het ontwerp rekening houden met de beperkingen van de productietechniek. De Franse ontwerper gelooft dus dat AI een nieuwe taal kan ontwikkelen en een nieuw soort uitwisseling tot stand kan brengen. Zo zou artificiële intelligentie volgens Starck in staat zijn ontwerpen te produceren die de menselijke verbeelding en intuïtie te boven gaan, zonder daarbij menselijke waarden en ethiek te verloochenen. Hij hoopt dat AI ontwerpers kan inspireren tot meer verantwoordelijkheid, creativiteit en optimisme over de toekomst.
AI verdringt duurzaamheid
Maar Starck is niet de enige ronkende naam in de ontwerpwereld die een duidelijke visie heeft op kunstmatige intelligentie. Ook Tom Dixon, de gerenommeerde Britse ontwerper die al samenwerkte met merken als IKEA, Adidas en Swarovski staat bekend om zijn innovatieve gebruik van materialen en technieken. Van lassen van oud staal en etsen van metaal met zuur tot gieten van messing met zand: het zijn stuk voor stuk processen die zijn grenzeloze passie voor het verkennen van het onbekende illustreren. Het resulteerde al meer dan eens in buitengewone creaties. Zo experimenteerde Dixon met bijzondere technologie tijdens de Stockholm Design Week in 2021. Met een highdefinitionprojector creëerde hij er met een hologram een levensechte illusie van zichzelf terwijl hij vanuit zijn Londense studio toelichting gaf over zijn ontwerpen. Het hoeft dus niet te verbazen dat ook Dixon een uitgesproken mening heeft over de impact van artificiële intelligentie op design.
Volgens Tom Dixon zal AI het gesprek rond design domineren en de meer urgente kwestie rond duurzaamheid verdringen.
Volgens Tom Dixon zal AI in 2023 het gesprek rond design domineren. En het zal, misschien nog belangrijker, de meer urgente kwestie rond duurzaamheid verdringen. Daarnaast beweert hij dat AI ontwerpers in staat zal stellen om complexere vormen te creëren die onmogelijk van een louter menselijke hand afkomstig kunnen zijn. Toch bouwt Tom Dixon enige voorzichtigheid in. Meer nog, volgens Dixon is waakzaamheid geboden. Enerzijds erkent hij wel het potentieel van artificiële intelligentie voor innovatie en nieuwe vormen van communicatie. Anderzijds waarschuwt hij voor de gevolgen voor duurzaamheid en menselijke creativiteit. Volgens Dixon is AI de grootste bedreiging én opportuniteit voor design in 2023. Een uitspraak die kan tellen.
Gepakt in snelheid
Op welke manier AI een bedreiging kan vormen, vraagt u? Wel, het gevaar schuilt net in de kracht ervan, namelijk de snelheid waarmee AI kan ontwerpen, produceren en analyseren. Dat onderschrijft ook Marius Grootveld, architect bij Veldwerk Architecten en docent aan de universiteit van Aken. “Tijdens een creatief proces rijpt de geest terwijl je langzaam een kader schept waarin een creatie of ontwerp tot stand komt. Als dat proces geleidelijk aan verloopt, bijvoorbeeld door de tijd die je nodig hebt om iets uit te tekenen, geef je jezelf de ruimte om dat proces bij te sturen. Het risico van AI schuilt hier in de snelheid. Voor je het weet neem je de eerste suggestie meteen voor lief en werk je daarop voort. Maar terwijl ik bij mijn eerste ontwerp vaak denk: ‘oké, dit werkt wel’, kan het even goed gebeuren dat ik daar later op terugkom. Als die stap door AI wordt overgeslagen, verlies je dat inzicht als ontwerper”, aldus Grootveld. Maar dat de mogelijkheden van kunstmatige intelligentie nu al ronduit indrukwekkend zijn, kan niemand ontkennen. En de snelheid waar Grootveld voor waarschuwt, kan natuurlijk ook ingezet worden als troef. Bedreiging én opportuniteit, weet u nog.
Herhalen, herhalen, herhalen
Een van de toepassingen waarbij volop gebruikt wordt gemaakt van die snelheid, is ‘generative design’. Generatief ontwerp is een ontwerpverkenningstechnologie waarmee ontwerpers en ingenieurs hun ontwerpen kunnen sturen. Gebaseerd op verschillende parameters zoals materialen, fabricagemethoden en kostenbeperkingen verkent de software razendsnel alle mogelijke opties om uiteindelijk verschillende ontwerpalternatieven te genereren. Generatief ontwerp test en leert door herhaling en vindt nieuwe oplossingen voor bestaande ontwerpproblemen. Deze technologie simuleert de wereld zoals wij die kennen en komt met eindeloos veel suggesties voor nieuwe producten, invalshoeken of constructies. Zie het als een lopende band die vooruitgaat aan een duizelingwekkende snelheid en waarvan de bevoorrading onuitputtelijk is. Let wel, in dit geval is er sprake van ‘human-assisted AI design’, omdat de mens artificiële intelligentie assisteert, bijvoorbeeld door het ingeven van verschillende parameters.
En daar maakt ook Marius Grootveld dankbaar gebruik van. Zo werkte hij in zijn ontwerpstudio ‘Random Access Memories’ aan de RWTH Aachen aan ontwerpmethodes waarin hij generatief ontwerp toepaste op de gebouwen van De Vylder Vinck Taillieu Architecten. Ook DVVT deelt in zijn verbouwprojecten het auteurschap met de ontwerper van de bestaande architectuur. Waar de ene architect een verbouwing misschien ziet als een metamorfose waarin het oude plaats moet maken voor het nieuwe, beschouwt DVVT zijn projecten eerder als een synthese waarin het nieuwe co-existeert met het oude. Omdat Grootveld deze visie deelt, was het dan ook alleen maar passend om in dit project een beroep te doen op generative design.
Door gebruik te maken van de neurale netwerken van de kunstmatige intelligentie sneden studenten stukken uit het samengestelde ontwerp zoals gerealiseerd door DVVT op basis van voortschrijdende functionele wensen. Hierna was de kunstmatige intelligentie aan zet, die op zoek was naar een nieuwe invulling aan de hand van de omliggende visuele patronen. Een volstrekt legitieme methode in een praktijk waar ruimtes altijd al werden gedefinieerd door patroon, ritme en stramien. Vervolgens was het aan de studenten om het resultaat te interpreteren in ruimte en gebruik. Wat werkte werd behouden terwijl de rest weer werd gewist, klaar voor de volgende ronde in deze feedbackloop tussen machine en ontwerper.
Gedeeld auteurschap
Dat artificiële intelligentie zal zorgen voor nieuwe inzichten ‒ waar ook Philippe Starck en Tom Dixon al op alludeerden ‒ staat vast. Zo zwaait AI volgens Marius Grootveld de deur voor gedeeld auteurschap helemaal open. “Ik geloof dat kunstmatige intelligentie architecten ertoe zal aanzetten om anders naar hun projecten en dus ook naar een stad te gaan kijken”, aldus Grootveld. “Kijk, sommige architecten willen zo graag hun eigen stempel drukken dat ze vergeten te kijken naar wat er al is”, verduidelijkt Grootveld. “Ik geloof net dat het niet meer van deze tijd is om altijd iets nieuws te willen bouwen. Maar wie verder wil werken op het bestaande moet een bepaalde trots toch enigszins kunnen onderdrukken. Ik geloof dat AI onze ‘profileringsdrang’ kan afzwakken. Het stelt ons in staat om makkelijker afstand te nemen van bepaalde zaken. Want zodra we gebruikmaken van kunstmatige intelligentie zoals een algoritme, geven we ook een bepaald aspect van ons ontwerpproces uit handen. Tegelijk ontstaat er meer comfort in het ons ‘toe-eigenen’ van het bestaande aangezien we verder bouwen op wat AI ons op dat moment aanbiedt. Misschien geeft artificiële intelligentie ons op die manier het zetje dat we nodig hadden.”
Bovendien ziet Marius Grootveld in de komst van kunstmatige intelligentie ook parallellen met het verleden. “In theorie kan je de niet-aflatende stroom aan suggesties van AI zien als duizenden, miljoenen of miljarden helpende handen. Uit eindeloos veel simulaties, aanwijzingen, herwerkingen en projecties volgt uiteindelijk een groots en alles overstijgend eindproduct. In zekere zin zou je dat resultaat kunnen beschouwen als een kathedraal. Wie zo’n monumentale creatie binnenstapt, voelt meteen iets dat amper te omschrijven is. Een kathedraal werd gebouwd door honderdduizenden handen. Ook hier is het resultaat zo fenomenaal dat het als bezoeker nauwelijks te vatten is. Er zitten ontelbaar veel ideeën in, zoveel rijkdom en net als bij AI, bevat het zoveel lagen en complexiteit waardoor het bouwwerk gewoon niet te overzien is. De buitengewone kracht huist hier in het ongrijpbare. Dat maakt het voor mij, net zoals bij kunstmatige intelligentie, zo fascinerend.”
Rest ons de onvermijdelijke vraag: “Waar zal dit stoppen?”. De simpele maar misschien wel ongemakkelijke waarheid is dat we het niet weten. De mogelijkheden zijn eindeloos, de opportuniteiten krijgen steeds meer vorm en ook de valkuilen worden gaandeweg zichtbaar. Dat AI een bedreiging én tegelijk een zegen is, lijkt nog moeilijk te ontkennen. We kunnen alleen maar hopen dat we samen met het uit handen geven de controle niet finaal verliezen. Wordt ongetwijfeld vervolgd.