Royale Belge: Brussels jarenzeventigicoon wordt open plek om te werken en te verblijven

9 december 2022

In elke editie van ABSoluut magazine gaan twee partijen in gesprek over Belgische architectuur. In ABSoluut 25 trok Anton Gonnissen, zaakvoerder van ABS Bouwteam en uitgever van dit magazine, met Lionel Jadot naar Royale Belge in Brussel. Het emblematische, bronskleurige gebouw in kruisvorm is even oud als de Brusselse interieurarchitect zelf. Het kleurde Jadots jeugd en stuwt vandaag zijn carrière verder naar internationale hoogtes, want na jaren van leegstand wordt het jarenzeventigbouwwerk momenteel herbestemd tot een open plek om te werken, te verblijven en te ontspannen. Jadot en zijn team zetten hun schouders onder ‘Souverain25’, het majestueuze hotel dat in 2023 de deuren opent met een interieur vol collectible design. “Het is een mooie kans om Belgisch vakmanschap aan de wereld te tonen.”

Langs de Vorstlaan in Watermaal-Bosvoorde ligt Royale Belge, het functionalistische bouwwerk uit 1970 van de hand van het Frans-Belgische architectenduo Pierre Dufau en René Stapels. Hun kloeke, kruisvormige ontwerp met gevel in cortenstaal en bronskleurig gefumeerde ramen leverde het gebouw zijn iconische status op. Inspiratie haalde het duo bij de John Deere World Headquarters van Eero Saarinen in de Amerikaanse staat Illinois. Lees tussen de stalen lijnen van het gebouw gerust een link naar de Amerikaanse droom, naar het kapitalistische denken en de komst van de megalomane bedrijfsarchitectuur, want een statement maken is wat Royale Belge, verzekeraar en opdrachtgever van het gebouw, zondermeer wilde doen.

Hedendaags kasteel

In de jaren zeventig was Royale Belge een toonbeeld van moderne architectuur. Het gebruik van gebronzeerd glas was een primeur, net als het idee van een bedrijfsgebouw als campus. Royale Belge was een hedendaags kasteel: zichtbaar voor iedereen, maar niet voor iedereen toegankelijk. Daar komt binnenkort verandering in, want na jaren van leegstand werkt CORES Development in samenwerking met Urbicoon, Foresite en Ape momenteel aan de reconversie van het iconische, maar monofunctionele kantoorgebouw tot een levendige, groene plek met kantoren, hotel, fun market, restaurants en sportfaciliteiten. Voor de conceptontwikkeling van de ingrijpendere conversie staan het Britse bureau Caruso St John Architects en het Belgische Bovenbouw Architectuur in. Zij konden tijdens de architectuurwedstrijd de vinger leggen op de grootste pijnpunten en brachten in hun ontwerp een maximale opwaardering met een minimum aan ingrepen.

Het bouwteam deed ook een beroep op bureau MA2 van Francis Metzger, dat gespecialiseerd is in verbouwingen van uitzonderlijk cultureel patrimonium. Zo blijven de majestueuze marmeren zuilen en het bronzen plafondhoge kunstwerk van de Franse beeldhouwer Pierre Sabatier in de inkomhal overeind. Ook blijft decentrale as van het gebouw intact en worden de vleugels vernieuwd in lijn met de oorspronkelijke stijl. Terwijl Anton en Lionel op een mooie herfstdag in oktober de gigantische werf betreden en de grootsheid van het bouwwerk aanschouwen, mijmert Anton: “Wat zou de übermonofunctionalist Le Corbusier denken mocht hij vernemen dat deze geprivatiseerde kantoormoloch zich laat herscheppen tot een publiektoegankelijk leisurecentrum?” Lionel kan niet meer opgetogen zijn over die evolutie: “Ik zie dit project vooral als een stukje België dat wordt teruggegeven aan het publiek. En als een mooie kans om Belgisch vakmanschap aan de buitenwereld te tonen.

(v.l.n.r) Anton Gonnissen van ABS Bouwteam en Lionel Jadot

Zweven in tijd

Dat de herbestemming gebeurt met veel respect voor het bouwkundige erfgoed, overtuigde Lionel Jadot om mee te dingen naar een plekje in het team. De Belgische (interieur)architect, designer en artiest staat in België en ver daarbuiten bekend om zijn eclectische stijl waarin de recyclage van materialen en de viering van ambacht samenkomen op het kruispunt van heden en verleden. Jadot initieerde een paar jaar geleden ook Zaventem Ateliers, een creatieve hub die hij deelt met een mooie selectie van Belgische, beloftevolle designers. Dit jaar trok het gezelschap zelfs voor het eerst naar Salone del Mobile in Milaan. Anton: “Dat je een indrukwekkende locomotief bent, lijkt me”, merkt Anton op. “En dan nog één met een visie en een doel: het leefbaar en beleefbaar maken van ruimte. Da’s nobel. ”Dat uitgerekend Jadot zijn schouders zet onder het interieurontwerp van het toekomstige hotel Souverain 25 is geen toeval. De Brusselaar draagt het gebouw al sinds zijn jeugd een warm hart toe en haalde samen met zijn team de opdracht binnen dankzij een ontwerp dat lijkt te zweven in tijd en bovenal Belgisch design op een voetstuk plaatst. “In mijn werk upcycle ik vaak materialen, maar gezien de omvang van dit project kon ik hier niet voluitgaan.

Anderzijds wilde ik ook geen kant-en-klaar design uit een catalogusvoorstellen voor de inrichting van dit iconische bouwwerk. Vandaar de keuze om het interieur op te vatten als een cocreatie van alle talent dat in Zaventem Ateliers huist. Alle design werd exclusief voor Souverain 25 ontworpen: van de verlichting voor de hotelkamers door Pascale Risbourg en Roxane Lahidjitot de brute bar van het restaurant door Bram Vanderbeke. Je kan het gerust als een collectie zien. Elk stuk werd in België ontworpen, geproduceerd en door zijn maker gesigneerd. En zonder tussenkomst van een galerie of mezelf om een commissie op te strijken, konden we elke designer fair vergoeden en het voor de klant betaalbaar houden.” Het doet Anton glimlachen en fronsen tegelijk, want de gedachte is mooi, maar hoe zeker ben je van het resultaat als je creativiteit een vrijgeleide geeft? Lionel: “Net als in de Japanse wabi-sabifilosofie vind ik dat er schoonheid zit in imperfectie, maar los daarvan verwacht ik geen grote afwijkingen. Ook als je in vertrouwen met elkaar samenwerkt, volgt het resultaat.”

Link met het Zoniënwoud

In het ontwerp van Souverain 25 zien we hoe de archetypische lijnen van het gebouw worden doorgetrokken naar het interieur dat is opgebouwd uit echte materialen, zoals leder, beton, keramiek, aluminium en hout. “Ik heb me tijdens het creatieproces altijd voorgesteld dat het gebouw een mens was tegen wie ik kon praten. En ik ben er vrij zeker van dat die persoon achter ons werk zou staan.” En ook al is er voor recyclage of upcycling niet veel ruimte in dit project, toch kon Jadot ook hier zijn stempel drukken. “We hebben bijvoorbeeld oude vensters die moesten worden vervangen, herbestemd en een nieuwe plek en functie gegeven in een verlichtingselement. ”Vanop de straat is Royale Belge goed zichtbaar, maar aan de zijkant en langs achteren ligt het imposante bouwwerk volledig ingebed tussenvijvers en een privépark met een totale omvang van zo’n 11 hectare.

Dankzij landschapsarchitecten Jean Delogne en Claude Rebold en in samenwerking met landschapsbureau Atelier EOLE werd het groenbeheer op de site herbekeken, want we gaan vandaag uiteraard anders om met de natuur dan in de jaren zeventig. In overleg met verschillende natuurvzw’s uit de buurtkwam het bouw- en landschapsteam zo tot een concept en een ontwerp die de lokale fauna en flora tot hun recht doen komen en de biodiversiteit in het park bevorderen. Dat betekent: minder passage, meer natuurweelde. Dat het de ligging van Royale Belge aan de grens van het Zoniënwoud ten goede zal komen, hoeft geen betoog. Vandaag is Watermaal-Bosvoorde in het zuidoosten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een toonbeeld van residentiële charme, met wat verderop ook het markante, modernistische meesterwerk van de naoorlogse architect Constantin Brodzki en het Glaverbelgebouw door architecten Renaat Braem, Pierre Guillissen, André Jacqmain en Victor Mulpas dat opvalt met zijn ronde vorm en grote, groene binnenplaats. De komst van dit triogebouwen maakte van Watermaal-Bosvoorde mee een bosrijke gemeente met architecturale sterallures. Voor wie er niet genoeg van krijgt.”

Beelden: Tim Van de Velde

Misschien vind je deze posts ook leuk