Featured

De herrijzenis van het KMSKA

28 oktober 2022

Vorige maand klom ons Belgenland een trede hoger op de culturele ladder. Het KMSKA heropende na elf jaar de deuren en die spectaculaire renovatie ging ook aan onze aandacht niet voorbij.

In 1890 zetten architecten Frans Van Dijk en Jean Jacques Winders Antwerpen op de kaart met de opening van het Koninklijk Museum der Schone Kunsten. Het klassieke gebouw in neorenaissancestijl verrees in zeven jaar tijd uit de grond en is sindsdien hét pronkstuk van het Zuid in Antwerpen. In de loop der jaren veranderde het prestigieuze museum echter in een stoffig gebeuren: slecht werkende klimatisering, een lekkend dak en ruimtes met instortingsgevaar. In 2011 ging het KSMKA uiteindelijk dicht voor een grootschalige renovatie.

Welkom terug

Elf jaar, vijf ministers van cultuur en een impressionante renovatie later, klinkt het eindelijk ‘Welkom terug’ op de website van het KMSKA. Het skelet met zuilen werd behouden, maar de binnenkant kwam er lang niet vanaf met een likje verf. Het Nederlandse architectenbureau KAAN splitste de renovatie op in twee delen: het team lapte het oude gedeelte met aandacht voor de originele eigenschappen op en schoof een nieuwbouwvolume in.

Twee werelden

Die inbreiding ging als volgt: waar vroeger patio’s waren, bevindt zich nu een torenhoog, cilindervormig volume dat het gebouw in twee musea onderverdeelt. Ingenieus in het oude deel geschoven en qua stijl compleet contrasterend. De smalle trappenhal in de cilinder, spierwit en hemelachtig, leidt je in honderd treden naar werken van na 1880. De tussenverdieping, waar werken op papier uithangen, kreeg een donkerblauwe kleur. De hoogste verdieping daarentegen heeft een plafond van dakramen waardoor daglicht rijkelijk binnenvalt.

Ook de originele ruimte verandere KAAN grondig. In de inkomhal springen een indrukwekkende trap en opgefriste schilderijen van Nicaise De Keyser in het oog. Het interieur transformeerde tot een gezellig salon met warme kleuren, geraffineerd parket en fluwelen zetels. Ook de indeling van het museum veranderde grondig. De 6500 kunstwerken bekijken we nu volgens thema en niet meer chronologisch. Dat levert af en toe onverwachte combinaties op, zoals een Tuymans naast een Fouquet. Barokmeester Rubens en modernist Ensor krijgen ten slotte een eigen zaal om bezoekers van een uitgebreid staaltje Belgische kunst te voorzien.

Misschien vind je deze posts ook leuk