Gentse reus met een neus voor detail
Elke editie gaan twee partijen in gesprek over Belgische architectuur. Deze keer trekt Anton Gonnissen, zaakvoerder van ABS Bouwteam en uitgever van dit magazine, met CAS architecten naar het centrum van Gent. Pieter-Jan Leenknecht en Jovanca De Bruycker kozen er voor de Boekentoren uit 1942, een modernistisch totaalkunstwerk van Henry Van de Velde. Daarmee keert het architectenduo niet alleen terug naar hun studententijd en Jovanca’s voormalige werkervaring als architect in het restauratieteam van de Boekentoren, ze tonen ook hun diepe appreciatie voor de legendarische Belgische kunstenaar, designer en architect en zijn onnavolgbare zucht naar eenvoud en detaillering.
Het is dit jaar tien jaar dat CAS architecten en ABS Bouwteam samen woonprojecten realiseren. Het Gentse architectenbureau heeft zich het voorbije decennium ontpopt tot leverancier van totaalconcepten die zich laten opmerken door de hoge graad van afwerking in architectuur en interieur. Terwijl het trio hun rondgang door de Boekentoren aanvat, blijkt al snel dat het oog voor detail in perfectionistische mate bij Jovanca te vinden is. “De kracht van dit gebouw zit in de doorgedreven detaillering, zoals de afgeronde hoeken van deze pilaren. Het is niet altijd zichtbaar voor iedereen, maar onbewust heeft dit een impact op hoe je de ruimte beleeft”, mijmert ze terwijl ze met haar hand over het beton strijkt. Voordien werkte de CAS-architecte voor Baro Consulting, dat sinds 2012 als architectenbureau deel uitmaakt van het restauratieteam van de vierde toren van Gent.
Een toren boeken
Zeventig jaar is Henry Van de Velde wanneer hij in 1933 de opdracht krijgt om een nieuwe universiteitsbibliotheek te ontwerpen. In die periode doceert hij Bouwkunst en Toegepaste Kunsten aan de Gentse universiteit en zijn idee gaat meteen uit naar een toren als boekenmagazijn. Hij moet er koppig voor knokken, maar uiteindelijk krijgt hij goedkeuring voor zijn eigenzinnige ontwerp. Hij past zijn formule van licht, juiste verhoudingen en uitgelezen materialen toe en kiest resoluut voor een ongewone gevel van naakt beton op een sokkel bekleed met arduin, grote stalen ramen en de juiste inval van licht. Hij voorziet de grote leeszaal en de tijdschriftenleeszaal van veel zenitaal licht en hij richt de ruimtes op het zuiden, zodat hinderlijk licht wordt geweerd. Pieter-Jan: “Véél daglicht, mooie welgekozen materialen en correcte verhoudingen: zijn tools zijn ook onze tools. En door de juiste puzzel te leggen, creëer je aangename ruimtes waarin rust regeert.”
Totaalkunstenaar
Noem het beroepsmisvorming, maar eenmaal afgedaald in de kelderverdiepingen ‒ te midden van veertig kilometer kostbare boeken, tijdschriften en manuscripten ‒ zijn het vooral de bouwtechnische afwerkingen die Antons aandacht trekken. “Dit is een inrichting van technieken met spektakelwaarde. Nog nooit zag ik zorgvuldiger gemonteerde elektriciteitsleidingen dan hier.” Dat het restauratieteam met evenveel zin voor afwerking in de geest van de meester werkt, beaamt ook Jovanca: “Alles ziet er puur en heel eenvoudig uit, maar om dit bouwwerk te kunnen neerzetten of te restaureren, kan je niets aan het toeval overlaten. Elke schakel van ontwerp tot uitvoering moet evenveel aandacht krijgen. Niets is onbenullig of onbelangrijk, zelfs het bakje van de wifi niet. (lacht)”
Als totaalkunstenaar tekent Van de Velde alle details: van meubilair over zwarte ijzeren raamprofielen en vloerpatronen tot de deurkrukken en de bekleding van de radiatoren. Helaas staan de moeilijke economische situatie in de jaren van uitvoering en het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog de realisatie in de weg: Van de Velde moet de keuze van het materiaal bijstellen en slechts een deel wordt gerealiseerd. Hier en daar zijn vandaag nog originele meubelstukken, lichtarmaturen en handvaten terug te vinden. Op andere plekken werden de originelen door het restauratieteam van het leidende architectenbureau Robbrecht en Daem nieuw gemaakt. “Het is voor ons een droom om als architect het hele project tot in het kleinste detail te kunnen ontwerpen en te sturen, tot aan het ontwerp van pakweg de raamkrukken. Maar net zoals in het verhaal van Van de Velde speelt budget ook vandaag een contraproductieve rol”, aldus Jovanca.
Kracht van de lijn
Van architectuur tot interieur en design: uit alles wat de Boekentoren typeert, spreekt de kracht van de lijn. Met Van de Veldes signatuur ‒ afrondingen en intense eenvoud ‒ loopt de soepelheid van de belijningen als een rode draad door het bouwwerk. En die lijnen slingeren zich een weg door het volledige gebouw. Van de ondergrondse trappenbalustrades in ruwe cementering en uitgeholde schachten waarlangs licht de kelders wordt binnengetrokken, door de gangen met afgeronde hoeken die voor een vloeiende overgang tussen muren en plafond zorgen, langs de veel te smalle maar robuuste trappenhal en op elke torenverdieping de eindeloze herhaling van betonnen pilaren in de oude bibliotheek, tot aan het hoogste punt van de toren. “Hier vind ik de kracht van het gebouw”, verwoordt Anton zijn plotse aha-erlebnis op de zevende verdieping van de Boekentoren. “In de soldateske ordening van de betonnen kolommen op elke verdieping van de oude bibliotheek, ontdaan van hun boeken, naakt in hun essentie.”
De Boekentoren is een constructie van 64 meter hoog met vier kelderverdiepingen, twintig verdiepingen en een imponerende belvedère bovenop dat alles. In tegenstelling tot de andere aanpassingen van materialen, bleven voor dit pronkstuk de topmaterialen tijdens de uitvoering behouden omdat ze toch al waren besteld of aangekocht. Allemaal zijn ze afkomstig uit België of Kongo. Zo zijn de zuilen gedecoreerd met koloniaal hout, is de trap van de lift naar de zaal opgetrokken in zwart Doorniks marmer en zijn de vier terrassen met platen van arduinsteen afgewerkt.
Grieks kruis
Samen met Victor Horta lag Van de Velde in het laatste decennium van de negentiende eeuw aan de basis van de art nouveau in België en in Duitsland stichtte hij in het begin van de twintigste eeuw de voorloper van Bauhaus. In 1926 keerde Van de Velde terug naar België komt en zocht hij aansluiting bij de nieuwe, naoorlogse generaties van jonge, modernistische architecten. “Van de Velde leerde voortdurend bij”, lezen we in een tekst van Werner Adriaenssens, curator van de tentoonstelling die in 2013 ter ere van honderdvijftig jaar Van de Velde werd georganiseerd. “En de vormfouten die hij in het begin maakte, werden overwonnen.” Pieter-Jan knikt: “Zijn blijvende interesse om zich bij te scholen, is om een voorbeeld aan te nemen. En dat je op zeventigjarige leeftijd nog een toonaangevend gebouw als dit neerzet is ronduit wonderbaarlijk.”
Weetje: Van de Velde gaf de Boekentoren de vorm van een Grieks kruis. Dat was niet religieus ingegeven, maar diende als symbolische knipoog naar de verbinding tussen hemel en aarde, naar de vermenging van tijd en ruimte. De vijver in de binnentuin reflecteert dat grondpatroon. Het resultaat is een sober, evenwichtig en krachtig bouwwerk dat in synergie met de tuin doorheen de jaren is uitgegroeid tot een Gentse landmark. In 1992 werd het iconische gebouw op de lijst van beschermde monumenten geplaatst.
Uit: ABSoluut 21
Tekst: Leslie Vanhecke
Foto’s: Jeroen Verrecht