Nogal wat Gentse centrumbewoners worstelen met een aantal verzuchtingen. Niet zo bij architect Patrick Lefebure en zijn echtgenote Greetje Tuts. Met de renovatie van hun eeuwenoude, beschermde pand in het charmante Prinsenhof pakten ze dan ook in één keer een aantal kritieke punten aan. Het koppel voegde de woon- en werkfunctie netjes samen, creëerde een groen terrastuintje en een dakterras en maakte van de verticale uitbreiding een laag-energieappartement in houtskelet. Een mooie plus is het zicht op de stad en het Gravensteen.
Afgeleefd en nineties
Als architect die zijn carrière uitbouwde rond maatschappelijk relevante thema’s als energie, patrimonium, restauratie en mobiliteit zit Patrick Lefebure gebeiteld voor een renovatie van een afgeleefd woningblok tot een majestueus pand met luxueus duplexappartement, bed and breakfast en een kantoorgedeelte. Zijn expertise leverde hem recent een zitje op in de werkgroep Kantoren in de Gentse Binnenstad tijdens een co-creatietraject dat het beleid van Stad Gent richting helpt geven voor de volgende jaren. Patrick kent de uitdagingen: “In de jaren tachtig en negentig is men met de grove borstel door de straten van de binnenstad gegaan. Die opkuisactie maakte het centrum weer aantrekkelijk, weliswaar vooral om te wonen, te shoppen en te feesten. Bedrijven, garages en kantoren werden gebannen. Gent is wijs en de max, maar onze stad mist de mix van wonen en werken. Net die verwevenheid is noodzakelijk om een stad levendig te houden. Gebouwen moeten dan weer flexibel zijn, zodat ze kunnen inspelen op veranderingen van de tijdsgeest.”
Hedendaagse citynovelle
In 2002 kocht het koppel een oud pand in het Prinsenhof, pal in het historische centrum van Gent. Patrick: “Ervoor woonden we aan het Citadelpark, maar daar miste mijn vrouw het echte centrumgevoel. Eigenlijk was het pand een samenvoeging van drie oude woningen uit de 17de en 18de eeuw. In de woning met witte pronkgevel woonde ooit burgemeester Vander Haeghen. Door de jaren heen onderging het woningblok heel wat veranderingen, ooit zat hier zelfs een sanitairzaak. Toen wij het kochten, waren er in ware ninetiesmentaliteit maar liefst zeven appartementen in gepropt.” In 2015 was het de beurt aan Patrick en Greetje om hun verhaal te schrijven en dat zou twee jaar duren. Na het afvoeren van tachtig containers bouwafval werd niet alleen een hedendaagse citynovelle, maar ook een futuristische bijbel die een duidelijke visie op het stadsleven van morgen én op hun eigen toekomst verraadt. “Ik probeer heel vooruitziend te denken en ben daar nogal maniakaal in. Het ontwerp is zo opgevat dat we structureel niet veel hoeven te veranderen om het pand mee te laten evolueren met onze wensen, carrières of levensfase”, aldus de architect. ABS Bouwteam coördineerde mee voor dit bouw- en verbouwproject en zag vooral een uitdaging in de complexiteit ervan. Patrick: “De balustrade, het terrasje en de vensters op de zijgevel zijn zo georiënteerd dat inkijk vanuit geen enkele hoek mogelijk is. In de witstenen Tudorboog hebben we verdiept een gesloten houten poort geplaatst. Het is een discrete toegang waarachter enkel onze privélift verbinding geeft tot het penthouse.”
Living like a local
En zo komt het dat we op een mooie dag in maart voor de deur van B&B GREAT staan. Greetje: “Hiervoor runde ik ook een B&B en ik merkte al gauw dat buitenlandse gasten moeite hadden om mijn naam uit te spreken. Great bekt net iets beter (lacht).” De statige, spierwitte gevel is een van de authentieke elementen die is blijven rechtstaan. Het pleisterwerk werd opgeknapt en alles werd geschilderd. De bruinrode zijgevel evenaar in hoogte en lengte exact de voorgevel. Hij vormt een historisch patchwork met een mix van verschillende bakstenen, toegemetste ramen, restanten van kruismonelen en een nieuwbouwappartement erbovenop. Ook daar zitten twee toegangen tot het gebouw. Zo kunnen de gasten van de B&B, werknemers en het koppel in alle privacy het gebouw gebruiken. “De zijgevel werd min of meer het DIY-project van de bouwvakkers. Mijn handtekening bleef beperkt tot de compositie van volumes, reliëfs en duidelijke verbindingslijnen. De gevel vertelt op die manier het leven van het gebouw.”
In de B&B komen twee functies samen, want Patricks werknemers gebruiken de ontbijt- en polyvalente ruimte op de gelijkvloerse verdieping ook om te lunchen en te vergaderen. Greetje: “Onze gasten kunnen fietsen lenen om de stad te verkennen en ook wie hier werkt, verplaatst zich met de fiets of met Cambio. Het maakt wonen en werken in het centrum leefbaar. De mix van B&B, kantoren en privéwoning maakt het gebouw bovendien bijzonder dynamisch en onze gasten hebben echt het gevoel dat ze voor even als een local in Gent wonen. ‘Living like a local with a good neighbour’ dat is zo’n beetje het idee. Onze gasten bepalen zelf hoe anoniem ze hier verblijven en als ze dat willen, gidsen we ze graag naar de beste adresjes die je alleen maar van een echte Gentenaar kan krijgen. Het voegt de filosofie van een hotel en een B&B perfect samen.” De muren en dus ook de onderverdeling in ruimtes en kamers zijn gebleven. Daar zit Monumentenzorg voor iets tussen. “In ons initiële plan vroegen we ons af of het niet beter was om het hele pand af te breken, tot we te horen kregen dat we bepaalde elementen, zoals de houten trap en de Tudorpoort, moesten behouden. Sommige muren waren dan weer in zo’n slechte staat dat we ze moesten heropbouwen, maar dan wel op dezelfde plek. Dan vraag je je natuurlijk af wat de waarde daar nog van is. Anderzijds zijn er ook voordelen. Je bewaart uiteindelijk de authenticiteit van het pand, en dat zorgt in combinatie met de hedendaagse aanvullingen voor bijzondere contrasten. We zijn best fier dat het verleden en de toekomst in ons pand samen een thuis hebben gevonden.”
Oud worden met opties
De vier Scandinavisch ingerichte kamers van de B&B zijn verfraaid met kunst, kiezen heel subtiel kleur en kijken uit op een met bamboe aangelegd miniterrasje. Samen met het appartement van de B&B en de kantoren nemen ze het gelijkvloerse verdiep en de eerste etage in. Elke ruimte die bewandeld wordt, getuigt van een haast visionair inzicht, want met elk mogelijk toekomstplan van de eigenaars werd rekening gehouden. “De kleine berging in de hal grenst aan het B&B-gedeelte. Nu staan de fietsen voor onze gasten er, maar alle nutsvoorzieningen zijn aanwezig om bijvoorbeeld de uitbreiding te maken naar een koffiehuisje, een galerie, bloemenwinkel,… Vandaag is onze buurt een echt woonkwartier, maar vroeger bruiste hier de middenstand en waren heel veel woningen winkel of café. Daarom vind je op de tussenverdieping ook al een aanzet voor wat een mannen- en vrouwentoilet kan worden”, vertelt Greetje. “Ook het kantoorgedeelte is een flexibele ruimte. Met enkele kleine ingrepen wordt dit ooit een appartement.” Hoe hoger we langs de majestueuze trap klimmen, hoe meer het pand de contouren aanneemt van een nieuwbouw. De lift brengt ons naar het penthouse van Patrick en Greetje. Dat beslaat de volledige tweede en derde verdieping. De vloer in natuursteen, het verlaagde plafond, de horizontale oriëntatie en de warme, modernistische inrichting: ondanks de openheid heerst een intimistische sfeer in het luxueuze duplexappartement. “We houden niet van lofts, want die lijken meestal op een geordende chaos van spullen. Toch brengen we graag een dialoog tussen de verschillende ruimtes op gang. We hebben dus het beste van beide woonvormen proberen te verenigen.” Ook hier werd getekend en ingericht met één duidelijk doel voor ogen: samen oud worden met opties. Zo werd een polyvalente ruimte ingecalculeerd die tot pakweg een yogastudio, exporuimte, schilderatelier of extra appartement kan worden omgevormd. Alle ruimtes zijn ook gemakkelijk met een rolstoel bereikbaar en de bibliotheekmuur tussen de logeerkamer en de living kan wegdraaien zodat een eventuele bedlegerige partner niet in afzondering hoeft te leven. Of wat dacht je van het dakterras waar het wonen verlengd wordt met een serre en een buitendouche? Genieten van groen in de stad kan in de woning van Patrick en Greetje ook perfect in de living, de keuken en de eetkamer, want die geven allemaal uit op het zuiderse wildtuintje van het koppel. Al het regenwater wordt opgevangen en een computer regelt de bevloeiing naar het groen op de drie terrasniveaus.
Lage-energiewoning in houtskelet
Een droomwoning als deze, dat is toch enkel voor de happy few? Toch niet volgens Patrick: “Ons budget was uiteraard niet klein, maar ook niet ongelimiteerd. Het was in feite evenredig met de grootte van de verbouwing. We hebben een terreinoppervlakte van 300 m2, meer dan 1000 m2 bruikbare oppervlakte en 130 m2 buitenruimte zonder de omgeving geweld aan te doen. De berekening van de kostprijs inclusief de aankoop van het pand leert dat onze vierkantemeterprijs 25% lager is dan bij elk hedendaags nieuwbouwproject in deze buurt. Bovendien liet het Gentse koppel hun duplexappartement in houtskelet optrekken. Patrick: “In België kiezen we nog altijd graag voor traditionele bouwmethodes, maar in de rest van de wereld wordt voornamelijk houtskeletbouw toegepast. In ons geval was het een logische keuze. We voldoen er niet alleen mee aan alle energiebesparende bouwmaatregelen, het zorgt er ook voor dat de eeuwenoude structuren van ons pand het extra gewicht kunnen dragen.” In de luchtdichte BEN-woning aanwezig: buitenmuren van 40 centimeter dik volgestouwd met cellulose, een warmtepomp op het dak voor de vloerverwarming en -koeling, een circulair ventilatiesysteem met warmterecuperatie en de nodige zonwering. “We hebben nog geen jaar rond kunnen rekenen, maar ik schat dat onze maandelijkse energiekost onder 150 euro zal blijven. Ik vind dat knap, maar voor mij gaat het hier vooral over de verwezenlijking van een laagenergiesysteem binnen het kader van historisch erfgoed. Niet iedereen geloofde in die combinatie, maar het is ons toch gelukt. Alleen de zonnepanelen ontbreken nog”, lacht Patrick. “Helaas heb ik er geen plaats meer voor. Misschien moet ik de buren maar eens aanspreken.”
(foto Tim Van de Velde)