Nog tot februari kleurt ‘My Secret Garden’ van Arne Quinze de site van Calatrava’s ‘Ciudad de las Artes y las Ciencias’ in Valencië. De reeks robuuste sculpturen stelt een fragiele bloementuin voor en is de artistieke vertaling van Quinzes belangrijkste missie: steden kleurrijker en menselijker maken.
“De dag dat we steden bouwen die even divers en gebalanceerd zijn als de natuur, kunnen we menselijker leven. Daar verlang ik naar.” Belgiës kleurrijkste kunstenaar Arne Quinze staat in het midden van de herfstige wildtuin voor zijn atelier in Sint-Martens-Latem en houdt een verweerde bloem in zijn hand. “De belangrijkste plek voor een architect in wording, is de tuin. Steden zijn grijs, en mensen zijn alle connectie met de natuur en met elkaar kwijt. De natuur is zo verfijnd en divers: dat is absolute schoonheid.” Het zwart geschilderde atelier in hoevestijl is omringd door bomen, bloemen en planten. Zelfs de muren zijn begroeid met klimgroen en één muur werd omgetoverd tot een mural met kleurrijke tegels die samen een bloemenveld – what else? – voorstellen. “Ik wil graag de haag vooraan halveren, want ik hou van openheid. Elke voortuin zou open moeten zijn”, vertelt Quinze. “Die van ons onderhouden we zelf met het hele team. Iedereen zit met zijn handen in de aarde, want dat zorgt voor connectie.” Niets verraadt dat achter Quinzes rock’-n-rollfaçade – zwartgekleed en armen vol tattoos – een natuurliefhebber schuilt. “Het allerliefste zou ik tuinman zijn. Ik ben een natuurfreak en beleef de natuur dan ook het liefst in extremen.” Rock-‘n-roll. Dan toch. “Ik heb al veel jungles doorkruist en heb dat gedaan met een groeiend respect voor het ingenieuze systeem dat alles in evenwicht houdt.”
Jarentachtiggraffiti
In de jaren tachtig zaaide Quinze de eerste kiemen van zijn artistieke carrière als graffitikunstenaar in Brussel. “Ik verhuisde van Driekapellen, een West-Vlaams gehucht dat ondertussen niet meer bestaat, naar de hoofdstad. Toen ik daar aankwam, was ik zo ontgoocheld. Brussel was grauw, ronduit lelijk eigenlijk. Graffiti spuiten deed ik om te revolteren tegen het monotone karakter van de stad. Het was mijn manier om een dialoog met de wereld aan te gaan.” In de loop der jaren ruilde Quinze de stadsmuren in voor schilderijen en sculpturen en daar wordt hij vandaag internationaal voor geprezen: van Mumbai over Shanghai tot Tomorrowland, Burning Man en het strand van Oostende. En hoewel hij vaak in privéopdracht werkt, heeft hij nog steeds het liefst een groot publiek. Zoals in Valencia: “Ik wil allesbehalve een architect zijn, maar toen ik voor de eerste keer de locatie bezocht, de Stad van de Kunst en Wetenschap, was ik overweldigd door het organische werk van Calatrava. Ik streef er altijd naar om een zo groot mogelijke impact te hebben met mijn werk, maar daar werd ik gedwongen om op een andere manier te denken. Ik kon de kracht van zijn architectuur onmogelijk overtreffen. Dat heb ik ook met de gebouwen van Gehry. Dat is kippenvel, elke keer opnieuw. En net zoals de paarse bloemetjes die ik in de jaren negentig na vier weken zwerven door de oneindig zwarte lavavelden in IJsland plots zag opduiken, wilde ik met mijn ‘Secret Garden’ in het witte landschap van Calatrava het eerste toefje kleur zijn dat zich uit zijn architectuur naar boven wurmt.”
Stalen bloemen en een vintage bike
Niet alleen zijn tuin, maar ook zijn atelier staat vol met bloemen, weliswaar in de vorm van tekeningen, maquettes en schilderijen van studies en lopende projecten, die later zullen uitgroeien tot robuuste, stalen bloemen. “Vijftien jaar geleden ben ik begonnen met metalen te plooien. Het heeft me immens veel onderzoek gekost om tot het resultaat van vandaag te komen. Ik heb een grijpmachine nodig met een bek van meer dan vier ton, die het staal als het ware verfrommelt tot een soort organisch gevormde cones. Die breng ik samen in een welbepaalde compositie van staal en aluminium die tot in het detail door mijn ingenieurs wordt uitgedokterd. Daarna verf ik ze zeer intuïtief tot monochrome of veelkleurige bloemen. Het creëren van spanning in mijn werk vind ik heel belangrijk: tussen de sterkte van het materiaal, de kracht van het maakproces en de fragiele uitstraling van de bloemensculpturen, maar ook doordat we altijd tot het uiterste gaan in onze zoektocht naar de juiste composities. Door het zo te laten lijken dat de installaties net dat tikkeltje uit evenwicht zijn, creëren we spanning bij wie ernaar kijkt.”
Bezeten door passie
Wonen en werken loopt duidelijk door elkaar ten huize Quinze. Wie de deur van het atelier sluit, komt terecht in een bijzondere aaneenschakeling van leefruimtes die net als zijn atelier gevuld zijn met stapels boeken, non-conformistische composities van meubels en design, tal van uiteenlopende parafernalia en uitspattingen van kleur. En ook in het privégedeelte van de woning staat de zoektocht van de kunstenaar naar connectie centraal. “Mijn huis is niet alleen een verzamelplaats voor reissouvenirs, maar ook een plaats van ontmoeting. Naast mijn medewerkers is het hier ook een komen en gaan van mijn vijf kinderen. ’s Ochtends weet je niet met hoeveel je aan tafel gaat zitten. En zo heb ik het graag, dit is een open huis.”
Uit: ABSoluut 19
Tekst: Leslie Vanhecke
Foto’s: Jesse Willems