In elke editie van ABSoluut magazine gaan twee kenners in gesprek over Belgische architectuur. In ABSoluut 18 trokken Anton Gonnissen, zaakvoerder van ABS Bouwteam en uitgever van dit magazine, en PJMARES naar Brussel, de heimat van het designduo. Met de keuze voor Appartement V, een luxueus duplexappartement ingericht door de Brusselse meubeldesigner en interieurarchitect Jules Wabbes, in opdracht van én in een gebouw van de Brusselse architect Jacques Cuisinier, komen Peter-Jan Scherpereel en Tom Mares thuis, zo’n vijftig jaar geleden.
De stijlgelijkenis tussen het Brusselse Appartement V van Jules Wabbes en het werk van PJMARES is treffend. “De ruimtelijkheid, de combinatie van materialen, de warme uitstraling: dat is zó wij”, opent Tom Mares. Nochtans werd het Brusselse designduo naar eigen zeggen nooit geïnspireerd door Belgiës bekendste meubelontwerper. Extra parallel: net zoals de luxueus ingerichte duplex in 1966 fel contrasteerde onder het dak van het modernistische gebouw van architect én bewoner Jacques Cuisinier, brengen ook de ontwerpen van PJMARES kleur en speelsheid in hedendaagse villa’s. Laat dat net de reden zijn waarom Anton Gonnissen het designduo aantrok voor het woon- en werkproject ABSoluut Plaza. “Daar staan geen keukens om naar te kijken, maar om in te léven. Dat gevoel krijg ik hier ook, te midden van alle huiselijke duurzaamheid die dit iconische appartement zo typeert.”
Starten doen we bij de architect die Brussel in zijn gloriejaren vormgaf. De Martinitoren op het Rogierplein, de Schaarbeekse Brusiliatoren, het Muntcentrum aan het Brouckèreplein, het Karel de Grotegebouw in de Wetstraat en hotel Le Méridien tegenover het Centraal Station: allemaal werden ze ontworpen door de zeer uitgesproken, maar bij het grote publiek nobele onbekende Jacques Cuisinier. Zijn sterke esthetische visie, soepele pen die boog naar commerciële belangen en flamboyante persoonlijkheid maakten en kraakten zijn carrière. Net als de stad kende Cuisinier zijn hoogtepunt in de jaren vijftig en zestig, de periode waarin hij ook zijn stempel drukte op de Europese wijk met daarin ook Appartement V.
Wat een contrast met tijdsgenoot Jules Wabbes, de ondertussen iconische industrieel ontwerper die geen compromissen duldde, tiranniek volhardde in zijn perfectionisme en in zijn streven naar duurzaamheid ook een ecologist avant la lettre kan worden genoemd. En toch vonden Cuisinier en Wabbes elkaar tijdens het ontwerp van Appartement V. Veel is er niet geweten over hun samenwerking, en dat zet aan tot speculeren. “Het moet een bijzondere cocreatie geweest zijn, omdat je volledig op elkaar moet vertrouwen om tot het beste resultaat te komen. Dat vind ik de ware geest van samenwerken, en het soort dynamiek dat ik ook bij PJMARES herken”, aldus Peter-Jan. “Tom en ik zijn helemaal anders van karakter en stammen uit een andere generatie. Veel gelijkenissen zijn er niet, maar dat werkt heel goed. We zijn ontzettend complementair.” Dat vindt Tom ook: “We kunnen niet meer van elkaar verschillen, en toch leveren we een homogeen resultaat af. Peter-Jan werkt als architect eerst het ruimtelijke aspect uit en geeft daarna zijn pen aan mij om op het vlak van meubelontwerp de eerste lijnen uit te zetten. Nadien werkt Peter-Jan dan weer verder op mijn werk en vice versa en dit tot we beiden tevreden zijn met het resultaat. Da’s vrij uitzonderlijk.”
Sexy Niemeyer
Cuisiniers doorbraak kwam er in 1950, toen hij het Centre International Rogier, aka de Martinitoren, ontwierp, geïnspireerd op het werk van Le Corbusier. De mastodont, in die tijd een van de opmerkelijkste hoogbouwprojecten omwille van zijn multifunctionele programma, zijn vormgeving en integratie in de stad, groeide uit tot zo ongeveer de geloofsbelijdenis van het Belgische modernisme. De Brusiliatoren verwijst met zijn naam en heerlijke curve dan weer naar Oscar Niemeyer, een ander voorbeeld van de Brusselse architect. “Niemeyer is sexy en therefore we love him! Ook in onze designs is dat een belangrijk aspect”, aldus Tom.
Het is duidelijk dat Cuisinier, als hij zich niet schikte naar de grillen van de centen, een belangrijke aanhanger was van het modernisme. Bovendien bewijzen realisaties zoals de Martinitoren dat hij geloofde in een sociale mix binnen de muren van een bouwwerk. Anton: “Cuisinier ontwierp appartementencomplexen waar wonen, werken en winkelen samenkwamen en waar kleine studio’s en enorme flats zorgden voor de ideale cohesie tussen bewoners. Alleen daarom al verdient hij wat meer krediet.” In zijn bijna utopische droom om altijd de beste kwaliteit na te streven, richtte Jules Wabbes op zijn beurt kantoren en privé-interieurs in met meubels die, modernistisch en tegelijk erg sensueel, een heel leven konden beleven. Zo bemeubelde hij vierhonderd studentenkamers in Louvain-la-Neuve die bijna veertig jaar in gebruik zijn gebleven.
Erkend als erfgoed
De Martinitoren werd in 2004 afgebroken om plaats te maken voor de Rogiertoren. Wanneer behoud je iets en wanneer niet, is de vraag die daarom hardop wordt gesteld. Peter-Jan: “Ik vind dat er in Brussel te veel wordt afgebroken, maar er wordt ook te veel behouden. En meestal van elk het verkeerde.” Appartement V en het gebouw van Cuisinier zijn erkend als Brussels erfgoed. Achter de glazen gevel met speels, geometrisch lijnenspel ligt op de derde en vierde verdieping een duplexappartement dat baadt in het licht. Het iconische optrekje van 300 m2 combineert kamerbreed tapijt met palissanderhout, afwerkingen in messing en verschillende kleuren marmer in de leefruimte, badkamer en keuken. Een bijzondere eyecatcher is – no doubt – de plafondlamp in honingraatmotief in de inkomhal. Verder bestaat het appartement uit een eetkamer, een magnifieke slaapkamer en een kantoor/bibliotheek op de mezzanine. “De ruimtelijkheid, de combinatie van materialen, de warme uitstraling: dat is zó wij”, aldus Tom Mares. We kunnen er ons zodanig in herkennen dat het net voor ons lijkt gebouwd.” Nochtans is er van inspiratie geen sprake. Peter-Jan: “Misschien vreemd, maar wij bouwen niet op het verleden, spieken niet in magazines en volgen geen trends. Onze eerste bezorgdheid is emotie. We ontwerpen gevoelsmatig en willen kleur en variatie brengen in een – in onze ogen – anders vrij egale en saaie wereld.” Tom vult aan: “Ooit dienden we een ontwerp in voor een salon/bar in het hoogste appartement van België in Brussel. We combineerden een koningsblauw tapijt met donkerhouten wandkasten en een spiegel achter het bargedeelte. Mijn mond viel open toen ik later de slaapkamer van dit appartement zag met exact dezelfde materialen- en kleurencombinatie.”
Anton ontwaart dezelfde functionele eerlijkheid bij beide architect-/designerduo’s. Peter-Jan: “Bij Wabbes was de constructie tegelijk de decoratie. Ook wij tonen graag het ontwerp zoals het is, dat klopt. Ik ben als architect opgegroeid in de tijd dat het minimalisme hoge toppen scheerde. Iedereen zat keihard te zwoegen om dingen die eenvoudig zijn zo complex mogelijk weg te werken. Denk maar aan de spierwitte millennialkeuken met extra schuifdeur om alle keukenapparaten weg te stoppen. Met PJMARES gaan we nooit iets extra toevoegen om het minimalistischer te doen ogen. Integendeel, de juiste biotoop voor ons meubilair zijn ruimtes waarin wordt geleefd.” Dat vindt ook Anton: “Jullie maken geen keukens om naar te kijken, maar om in te léven. Dat gevoel krijg ik hier ook, te midden van alle huiselijke duurzaamheid die dit iconische appartement zo typeert.”
Bauhaus-beginselen
De focus op functionaliteit, de ambachtelijkheid die in het design en de materiaalkeuzes doorschemert en de samenkomst van architectuur, design en kunst: de link die modernisten Wabbes en Cuisinier naar een aantal Bauhaus-beginselen leggen, hoef je in Appartement V niet ver te zoeken. Het zijn waarden die ook voor PJMARES het verschil maken. Tom: “We zoeken altijd naar de balans tussen standaardisatie en ambacht. Zo is ons NOMAX-keukensysteem een combinatie van een industrieel frame dat ingevuld wordt met houten elementen met verfijnde, handgemaakte details. We hebben bovendien het volledige productieproces in eigen handen, waardoor we accenten kunnen leggen of functionaliteiten kunnen toevoegen op maat van het project. Onze meubels worden bijgevolg niet in de architectuur ‘gezet’, maar werken met het gebouw mee. Een hedendaags Gesamtkunstwerk, zeg maar.”
Uit: ABSoluut 18
Tekst: Leslie Vanhecke
Foto’s: Tim Van de Velde