Architectenhuis Sybold van Ravesteyn (NL) open voor publiek

17 september 2019

Waar andere Nederlandse architecten een moderne nieuwzakelijke stijl aanhingen, flirtte Sybold van Ravesteyn vanaf de jaren 30 met de barok. Zijn voormalige woonhuis in Utrecht, dat zijn stijlovergang markeert, is nu opengesteld als museumwoning.

Sybold van Ravesteyn (1889-1983) wordt ook wel ‘de meest gesloopte architect van Nederland’ genoemd. Als spoorwegarchitect ontwierp Van Ravesteyn onder meer de treinstations van Rotterdam en Utrecht, publieke plekken die nu eenmaal geen lang leven beschoren zijn. Oorspronkelijk voelde hij zich verwant aan de strakke, formele taal van De Stijl en het Nieuwe Bouwen, maar tijdens zijn reizen naar Italië raakte hij onder de indruk van de barok. Dit inspireerde hem niet alleen tot gebogen lijnen, maar ook tot het gebruik van ornamenten: een taboe voor zijn functionalistische vakgenoten. Zijn eigen woning aan de Utrechtse Prins Hendriklaan markeert het begin van Van Ravesteyns stijlovergang. Vanaf de weg bekeken bestaat het pand uit een rechthoekig deel met een halfrond gedeelte. Door de bescheiden afmetingen van de woning, voegde de architect de werkkamer, zitkamer en eetkamer samen en gaf hij de grenzen tussen de ruimtes alleen aan met een simpele belijning in de vloer en het plafond. En hij schuwde de controverse niet, want het interieur werd gepimpt met rondingen, sierlijke lijnen en verchroomde randen en krullen. Ook sommige van zijn eigen meubelontwerpen zijn in hun oorspronkelijke staat te zien in de huidige woning. Het huis uit 1932 bevindt zich trouwens op een steenworp van Gerrit Rietvelds Schröderhuis, dat andere architecturale pareltje.  Extra leuk: je kan ook blijven slapen in een van de twee slaapkamers op de benedenverdieping.

 

Foto 1: Pauline Dorhout

Misschien vind je deze posts ook leuk