Bram Vanderbeke behandelt industrieel bouwmateriaal – cement, baksteen en beton – met dezelfde gevoeligheid zoals een beeldhouwer omgaat met marmer. In combinatie met zijn fascinatie voor ruimte, levert deze aanpak monumentale designs op die even poëtisch als ruw zijn. Nu te zien in de tuin van Atelier Lachaert Dhanis in Tielrode.
Zijn opa was metselaar en naar zijn voorbeeld deed Bram Vanderbeke als klein jongetje niets liever dan stapelen met stenen. In zekere zin doet de jonge Gentse ontwerper dit nog steeds, zij het op grotere schaal en met iets geavanceerdere materiaalbewerkingstechnieken die hij onder de knie kreeg aan de Eindhoven Design Academy. Gewapend beton, baksteen en cement veranderen onder zijn handen in boeiende gestapelde vormen met ieder hun eigen ritme. Soms zijn de objecten strak en geometrisch, dan weer doen ze grof en haast prehistorisch aan: moderne ruïnes die spelen met ons besef van tijd én ruimte. Deze Architectural Objects zijn dan ook niet enkel ontstaan uit experimenteerdrift (Vanderbeke behandelt zijn materialen onder andere met pigmenten en wassoorten om ze een verrassende textuur te geven) en materiaalliefde, maar eveneens uit een diepe interesse voor ruimte. In de stad, met al zijn verschillende materialen, stijlen en kleuren, vindt Vanderbeke, naar eigen zeggen, ‘ritme in de chaos’. Net zoals gebouwen onze beleving van de stad vormgeven en sturen, doen Vanderbekes sculpturen dat ook. Op hun eigen grillige manier leiden ze de blik naar ongeziene hoeken, werpen ze zich op als obstakels of dienen ze – in hun meest functionele vorm – als abstracte meubelstukken. Nog tot en met 25 augustus zijn Vanderbekes Architectural Objects te zien in de tuin van Atelier Lachaert Dhanis in Tielrode, een platform voor beeldende kunst en design.