Om zijn kenmerkende warme stijl te creëren, combineert Hooft erop los: nieuw met oud, klassiek met modern. Dit geldt zowel voor de materialen als de meubels en kunst. Ook voor zijn eigen huis, een historisch pand uit 1670, gaat deze strategie op. “In mijn interieur zie je een tapijt uit 1800, een zetel uit 2007 en designstukken uit 1950… Alles wat ik mooi vind, komt samen tot een geheel dat, wonder boven wonder, perfect functioneert”, vertelt Hooft. Het is geen geheim dat de interieurontwerper een fascinatie heeft voor design en zich haast een verzamelaar mag noemen. Zijn eigen woning, waar hij woont met zijn partner, grafisch ontwerpster Eva Goethals, illustreert deze fascinatie perfect. “Je ziet Japanse en Franse stukken uit de jaren 40, Le Corbusier, Willie Van Der Meeren, Maarten Van Severen, Marcel-Louis Baugniet, Jean Prouvé,… Het is een mix van oud en nieuw, bekend en onbekend. Sommige stukken heb ik voor weinig geld gekocht op een rommelmarkt, andere items komen van veilingen.” Hooft verkoopt stukken ook vaak door. Het resultaat is een interieur dat organisch krimpt en groeit. En laat net dat de stempel zijn die hij op zijn werk drukt. Lees er hier en hier meer over.
(foto: Sebastian Erras)
